VVN pedagoochelt

VVN ik ben boos!! #Veilig Verkeer Nederland

Mijn dochter moest vandaag fietsexamen doen. Ze vond het spannend, want ze vindt nou eenmaal snel iets spannend als het anders is dan anders.
" Stel nou dat ik als enige niet slaag mama," huilt ze de dag ervoor.
" Dat gebeurt niet lieverd, je fietst toch netjes?" beloof ik haar.
Wij als ouders proberen haar mee te geven dat je stinkende best doen het enige is wat je kunt doen als je iets moeilijk vindt.
En dan lukt het, of het lukt niet. En dan is dat jammer, maar je weet dat je gedaan hebt wat binnen je mogelijkheden ligt.

De dag van tevoren lopen we samen haar fiets na. Bel, lampen, reflector, alles loopt soepel, de remmen werken en de banden zijn opgepompt.
Samen fietsen we de route even, want ze maakt zich écht zorgen en heeft al de hele dag buikpijn van de zenuwen. Na twee keer de route wil ze eigenlijk nóg een keer, voor de zekerheid.
Ik heb daar een ander idee over, ik vind het samen fietsen heerlijk hoor, maar ik vind dat ze de lat te hoog legt voor zichzelf. Dus stoppen we en eten we gezellig samen nog even een ijsje.

"Gewoon fietsen zoals je altijd fietst meid, zet hem op, dit kun je hoor!" zeg ik 's morgens tegen haar. Ik moet stiekem een beetje grinniken om haar zenuwen. Natuurlijk gaat dit prima, ik heb nog nooit gehoord dat er iemand níet slaagde.

Om 14.15 komt ze op school huilend naar me toe gerend.
" Ging het het niet zo goed als je had gehoopt?"
Ze snikt hartverscheurend.
" Ik mocht niet starten van een meneer, ik miste een zijreflector. Ik heb de hele tijd aan de kant gestaan, ik mocht niet eens laten zien dat ik prima kan fietsen. Ik ben het schoolplein niet afgeweest en moest mijn fiets aan de kant zetten."

Bij navraag op school blijkt inderdaad dat ze, met een paar kinderen van andere scholen, niet heeft mogen fietsen.
Praten als Brugman van de leerkrachten had niets geholpen. Een andere fiets regelen, mij bellen om iets te regelen qua reflectoren: het mocht niet.
Herkansing: geen optie.

Mijn kind mocht niét meer fietsen. Kans verkeken, streep erdoor.
Dat ze netjes haar hand uitsteekt, over haar schouder kijkt en rechts vóór laat gaan heeft ze niet eens mogen laten zien. De route, ze was zo bang dat ze het niet zou onthouden dat ze ' s avonds in bed lag te herhalen, heeft ze niet gefietst.
Een man met een afstreeplijstje en een slecht humeur vond het beter om van dit kind een uitzondering te maken. De uitzondering die niet met haar klasgenoten mee mocht fietsen.
Regeltjes voor alles.

Veilig Verkeer Nederland. Ik ben boos.
Héél boos!! En geloof me, dat gebeurt niet zo heel snel.
Het is fijn dat jullie kinderen veilig in het verkeer willen laten bewegen, laat ik dat voorop stellen. Daarvoor dank!
Mijn kinderen mogen leren door hun neus te stoten en met afwijzing en teleurstelling om te gaan. Er mogen harten breken en knieën kapot gaan. Ik vind het niet fijn, maar daar leer je van.
Maar dit, dit gaat nergens over!
Op deze manier ga je niet met kinderen om. Niet met die van mij en niet met die van een ander.
Had mijn dochter een briefje meegegeven voor ons als ouders met de mededeling dat een zijreflector ' noodzakelijk ' is, in plaats van haar in een uitzonderingspositie te parkeren en een rotgevoel te geven.

Zoals mijn meester van vroeger reageerde:
" Hier is weer iemand vreselijk aan het pedagoochelen geweest!"

Wij gaan nu een ijsje eten.
Een extra grote, want die heeft ze verdiend. Omdat ze haar stinkende best had willen doen vandaag maar de kans niet kreeg.

Op de fiets.

Zonder zijreflector!!

Lees meer »

De laatste op de bank #blog

Ik ben invalleerkracht. Bewust! 
Ja er zitten nadelen aan: je hoort nooit écht ergens bij, je moet akelig flexibel zijn en iedere keer opnieuw het beste van jezelf laten zien. Niemand kent je, dus een dag iets minder in je vel is het beeld dat je achterlaat. 
Het grote voordeel is dat ik alle groepen draai en dat vind ik zo heerlijk. De afwisseling, de kleine dingen die je overal kunt doen en betekenen. 
Gisteren had ik groep 1, een dag met losse veters, natte broeken en buiten spelen in de modder. 
Vandaag groep 8. 32 pubers met enorm veel humor en hun onzekerheden. 
En dat laatste, daar kon ik vandaag een heel klein beetje in betekenen. 
 
" Mogen we trefballen vandaag?" 
Jazeker, leuk! 
In het enthousiasme van de klas wil ik snel beginnen, want de tijd voor de gymles is kort. 
En dan doe ik iets wat ik eigenlijk zelden doe: ik wijs twee kinderen aan en geef ze de opdracht even snel te kiezen zodat we twee teams kunnen vormen. 
 
Ik zie het gebeuren.... 
Ze wordt als laatste gekozen. 
En aan haar gezicht te zien is dat niet de eerste keer. 
 
Ik zie mezelf zitten, 35 jaar geleden. 
Ik kan de wens van toen, de wens om onzichtbaar te zijn, weer voelen. De wens om de ogen van mijn klasgenoten niet te hoeven zien op het moment dat ze mij nog op de bank zien zitten. De wens om ze niet zuchtend te horen zeggen:
" Nou, dan moet jij maar bij ons hè." 
 
Ze loopt met gebogen schouders naar het team waar ze uiteindelijk bij hoort en gaat aan de zijkant staan. Gekozen is in dit geval een verkeerd woord. Ze is over, zat alleen op de bank, er was geen keuze meer. 
Het gejuich dat bij de eerste kinderen die weggekaapt werden voor de neus van de tegenpartij nog oorverdovend was geweest, was bij de laatsten al redelijk verstomd. Voor haar is niets meer over. 
Zij hoort niet bij de snelle, de fanatieke, degenen die je team laten winnen. 
Haar partij staat al strijdlustig in het veld en ze wordt gedoogd.
 
Opnieuw zie ik mijzelf, lang geleden. Verlegen, onzeker en zeker niet snel. Fanatiek was ik niet, in winnen zag ik geen meerwaarde. Ik voelde me slungelig en onhandig. Bang voor de bal. 
Met lood in de schoenen bij je team gaan staan, een beetje aan de zijkant. Hopen dat je geen domme dingen gaat doen en een beetje onzichtbaar de gymles doorkomt. 
Dat is wat ik herken. 
 
Ik voel met haar mee en baal dat ik het zo heb gedaan. Verdorie, ik had beter moeten weten. 
Ik hoop dat ze zich dadelijk beter gaat voelen, na de gymles ga ik even met haar praten neem ik me voor. 
En dan zie ik haar tranen...
 
" Kom je even bij me?" 
 
Samen zitten we een tijdje op de bank te praten terwijl haar bloedfanatieke klasgenoten elkaar met ballen bekogelen. 
" Ik ben gewoon niet zo goed in gym, ze kiezen me áltijd als laatste." 
Ik vertel haar over het meisje dat ik was, het meisje dat ook nooit gekozen werd met gym. Ik vertel haar hoe dat voelde en zie de herkenning in haar ogen. 
Ik vertel dat ik er later achterkwam dat ik andere kwaliteiten heb, dat ik sporten ondertussen best leuk ben gaan vinden, maar winnen nog steeds als iets totaal onbelangrijks zie. 
Ik vertel haar eerlijk dat ik het vervelend vind dat ik in mijn haast om te beginnen deze manier heb gekozen terwijl ik er zelf zo'n hekel aan heb. 
Een ander meisje komt erbij, zwetend en hijgend maakt ze even tijd voor haar huilende vriendinnetje. 
" Dat je als laatste bent gekozen betekent niet dat we niet blij met je zijn in ons team hoor! " zei ze lief. " En jij kunt misschien niet zo hard rennen, maar als je zingt moet ik bijna huilen omdat het zo mooi klinkt." 
Meiden van 12, ze kunnen elkaar afbreken en opbouwen waar je bij staat. 
Ik vind ze geweldig. 
 
Ze doet weer mee. Schuchter, nerveus om iets verkeerd te doen. Aan de zijlijn, bang voor de bal. Ik houd haar in de gaten. 
 
Ik denk aan dat meisje in de brugklas dat op het bord keek of ze op de lijst stond voor bijles. 
Waar mijn vriendinnetjes op de lijst stonden voor Nederlands of wiskunde, stond ik op de lijst voor bijles voor gym: gooien en vangen. Samen met de klungeligste jongen van de school, die daar overigens óók niets aan kon doen, bijles in de gymzaal. 
Een uur lang gooien en vangen. Met zijn tweeën. Te gênant voor woorden als je 13 bent. 
Als ik nog geen hekel had gehad aan gym, had ik het toen wel gekregen. 
 
Is het geluk, is het de angst voor de bal dat ze die zo goed ontwijkt, of zien ze haar over het hoofd?
Wat het is weet ik niet, maar ze blijft als enige over in het trefbalveld. 
De winnares van het spel! 
 
Was er net geen enthousiaste stem om haar te verwelkomen in het veld, nu juicht haar team haar toe.
" Yes , door jou hebben we gewonnen!!" 
Ineens hoort ze bij het team. Ze zien haar staan. 
Ze lacht, aarzelend, tikt een paar high fives aan en lacht verlegen naar mij. Ze weet niet wat ze ervan moet denken. Ik ook niet. Soms moeten dingen zo zijn. 
Ik geef haar een high five en een dikke knipoog. 
" Dank je wel juf " zegt ze. 
 
Ik baal dat ik het kiezen van de teams heb laten gebeuren in mijn haast om te beginnen. 
Ik baal vreselijk dat het dit meisje tranen heeft opgeleverd. 
Maar ik ben ook blij. Blij dat dit bij mij gebeurde.
Bij de juf die zichzelf weer als kind alleen op de bank zag zitten. De juf die beseft hoe dat voelt en wat het met je doet. 
De juf die als klein meisje zélf een leerkracht had kunnen gebruiken die even met haar zou praten en haar een goed gevoel zou geven in plaats van de vernedering van bijles. 
 
Vandaag was ik die juf voor één onzeker meisje. 
Mijn zwakte van toen kon ik inzetten als kracht: ik begreep dit omdat ik ooit ook dat meisje was. 
 
Al is het klein, dat is wat ik in het onderwijs wil doen! 
 
 
 
 
 
 
 
Lees meer »

Leren mag! #blog

Op vrijdag werk ik in een klas voor taalondersteuning. Vandaag staat de TAK toets op het programma.

Tegenover me zit een meisje uit groep 4 van Irakese afkomst. Ze vindt het spannend zie ik. Ik babbel een beetje met haar over de vakantie en wat ze allemaal gedaan heeft.
Ik vertel wat we gaan doen en we doen een paar voorbeeldopgaven. Passieve woordenschat: zij wijst in het boekje aan wat ik benoem.
Ik zie opluchting, het is duidelijk wat ik van haar verwacht. 
De eerste 20 woordjes zijn goed te doen voor haar. Maar als er woorden komen als schroeven, temmen en heffen zie ik haar verstijven.

" Je doet het goed, het is niet erg als je een woordje niet kent, " zeg ik nog, maar ik zie haar steeds meer worstelen.
Na vijf opeenvolgende woordjes die ze niet kent stoppen we ermee, volgens afspraak.
" Goed gedaan meid," zeg ik.
Ik zie dat ze het er niet mee eens is. Tranen verschijnen in haar ogen.


Ik leg de formulieren aan de kant en kom naast haar zitten.
" Ik zie dat je verdrietig bent, wil je me vertellen hoe dat komt?"
" Praten in het Nederlands is zo moeilijk," snottert ze.
Ik begrijp het helemaal. Dat is het ook als je hier niet bent geboren, als je ouders thuis Arabisch praten.
Sterker nog: er zijn genoeg mensen die hier wel zijn geboren die het nog moeilijk vinden.
Zet mij in Frankrijk in een klas en ik ga ook huilen omdat ik het niet versta.

" Moet je overal meteen goed in zijn? " vraag ik haar.
" Ja!" is haar stellige antwoord.
Ik zie in haar ogen en haar verkrampte lijfje dat ze dat meent.
En ik herken het. Van mijzelf. Ik wil ook altijd alles kunnen, kan er slecht tegen als dat niet het geval is, word dan heel boos op mezelf. Maar ik begin te leren, tegenwoordig gun ik het mijzelf om fouten te mogen maken, ik mag hulp en raad vragen. Ik mag van mezelf toegeven dat er dingen zijn die ik niét kan, maar die ik wel kan leren. 
Ik ga nog wat dichter bij haar zitten.

" Zal ik je een geheim verklappen?" zeg ik zachtjes.
Ze knikt ja.
Ik ga nog wat zachter praten.
" Ik kan niet koken. Iedere keer als ik wat kook brandt het aan. Weet je wat dat is, aanbranden?"
Ze grinnikt. " Dan is het zwart en heel vies," zegt ze.
" Ja precies. En dan willen mijn kinderen het niet eten en zegt mijn man dat hij het beter kan. En dat is ook zo. Mijn eten is echt vies!"
Ze kijkt me verwonderd aan dat ik dat toegeef. " Mijn mama kan heel lekker koken," straalt ze, en er volgt een beschrijving van iets wat ik niet ken maar waarvan het water me in de mond loopt.
" Iedereen wil bij ons eten. Maar mama kan ook niet goed Nederlands praten," eindigt ze.
Precies.
En zo zijn we allemaal ergens goed in en zijn er dingen die we nog mogen leren.

" Jij helpt mij Nederlands te praten," zegt ze.
" Misschien kan mijn mama jou leren koken."

Glimlachend loopt ze de klas uit.

Lees meer »

Moddervlog #vlogblog

"Hallo, mijn naam is Sanna en ik ben 10 jaar.
In dit vlog laat ik jullie zien hoe je modder maakt.

Kijk, ik heb met een lepel een gat gegraven in de tuin. Dat mag eigenlijk niet van mijn moeder, want ze vindt gaten in de tuin niet zo fijn, maar ik gooi het straks weer dicht.
Het zwarte zand wat ik uit het gat heb gehaald doe ik in een emmertje. Je kunt daarvoor ieder emmertje gebruiken.
Ik pak het Hello Kitty emmertje van mijn zusje.
Kijk zó.
Nu haal ik met een ander emmertje wat water uit onze regenton. Dat regenwater gebruiken we voor plantjes, voor onze kippen én wij mogen ermee spelen als het niet te koud is.
Zoooo, ik giet het water bij het zwarte zand in het emmertje.
Kijk goed hoe ik dat doe, dan kun je het straks zelf ook.
Nu zoek ik een stok en ga ik roeren.
Het is belangrijk om goed te roeren, anders blijven er klonten achter.

Ik heb nu goed geroerd, kijk maar eens in mijn emmertje.
Nu giet ik alles in het gat wat ik stiekem heb gegraven.
Nog even roeren met de stok.
Wat ik heb gemaakt heet nu modder!

Modder is heerlijk om met je handen in te klaaien.
Ik word er blij van, het voelt zacht en een beetje warm.
Ik kan hier wel uren mee doorgaan. Heb je het ook wel eens geprobeerd? Doe het!

Wat erg leuk is is om met een speelgoedautootje door de modder te rijden. Ik gebruik daarvoor de speelgoedautootjes die mijn vader nog van vroeger heeft bewaard. Zet naast de modder een bak met water en je autootje kan daarna zo door naar de wasstraat.
Superrrrr leuk toch?

Modder is goed voor je huid heb ik gehoord.
Ik trek mijn kleren uit, alleen mijn onderbroek houd ik aan.
Ik smeer me nu van top tot teen in met de modder.
Oooh wat voelt dat héérlijk zacht.
Echt, doe het ook! Ik raad het je aan.
Het kost niets en het is zó fijn. Hemels.

Dit was mijn moddervlog.
Nu ga ik mijn moeder vragen of ik onder de sproeier mag! "

Sanna, 10 jaar, buitenspeelkind van deze tijd.

Lees meer »

Groene snottebellen #kleuterjuf #blog

Het is prachtig weer en ik mag invallen in groep 1. Wat wil een mens nog meer, want met kleuters zit je de hele dag op je billen met een kopje koffie buiten in de zon. Toch ?
Nee!!!

Ik kom binnen in een vrij klein lokaal op een niet al te grote school. Oké: klein lokaal, kleine school, dit wordt vast een rustige dag met niet al te veel kinderen. Ik haal een kopje koffie en loop terug naar het lokaal. De kinderen druppelen binnen. Groep 1, veel kinderen van net 4 en een aantal bijna 4. Jonkies.
Het druppelt maar verder. Bij 28 vierjarigen houdt het druppelen op. Het lokaal is propvol!


We beginnen in de kring. Gezellig. Dagen van de week, praten over het weer. Ik stel mezelf even voor en we tellen samen de jongens en de meisjes.

"Zijn er meer jongens of meer meisjes? Waarvan zijn er dan minder?" Ik twijfel of ik de rij jongens en meisjes naast elkaar zal maken, het maakt het verschil zo fijn inzichtelijk. Maar het idee om ze alle 28 weer terug naar hun eigen stoel te moeten krijgen houdt me tegen. 

" Juf, je vergeet de vertelkoffer."
Oké, de vertelkoffer. Dan gaan we dat doen. Ik laat me even informeren. Het blijkt zo te zijn dat één kind iets van huis in dit koffertje mag doen en daar iets over vertelt in de kring. Betreffend jongetje heeft een vliegtuigje meegenomen:
" Dit is mijn vliegtuigje. Het kan zó vliegen, maar ook zó, en ook zó en kijk, óók op de kop. "
Na een paar vragen van mij mogen ze kinderen allemaal een vraag stellen over het vliegtuigje.
" Want zo doen we dat altijd." 


" Is dit je mooiste vliegtuigje?"
" Waar heb je het gekocht?"
" Is dit écht je mooiste vliegtuigje?"
" Welke kleur heeft je vliegtuigje?"
" Vind je dit vliegtuigje mooi?"
" Vind je dit vliegtuigje echt super mooi?"
" Nee juf dat was niet precies dezelfde vraag, ik had het woordje super erbij!"
28 kinderen. Best veel!

' Super mooi gouden vliegtuigje' gaat weer in de tas en kan weer mee naar huis. Ik besluit nog even lekker voor te lezen.
Klein vierjarig ventje naast me aait ondertussen over mijn arm: " Ik vind je lief."
Een bladzijde verder wrijft hij steeds met zijn hoofdje tegen mijn arm, alsof hij kopjes geeft. Ik verwacht bijna dat hij zo gaat spinnen. 

" Je bent zo zacht en je ruikt zo lekker," verklaart hij met een verliefde blik.
Lief, schattig vind ik. Kleuters zijn zo open. Alleen die enorme groene snottebel zit me niet lekker, als die maar niet dadelijk...
Okeeeeee, te laat.
" Sorry juf," zegt hij.
" Geeft niets," zeg ik en onderdruk een kokhalsgeluid. Ik kan veel hebben, poepbroeken en spugende kinderen laten me koud. Maar groene snottebellen! 
IEUWWW!!

Terwijl ik naar de wasbak loop voor een doekje hoor ik luidruchtig gesnik.
" Ik wil naar mamaaaaaa."
Buurvrouw begint mee te doen: " Ik ooook."
Ik wijs rustig naar de pictogrammen om te laten zien wat we nog gaan doen voordat mama komt.
" Maar mijn broek is nat, ik heb geplast," huilt het vierjarige dametje verder.
" Ik oooookkkk," huilt haar buurvrouw.
Zucht. Ik neem gauw een slok van mijn koude koffie en ga op zoek naar schone kleren.

Wanneer iedereen weer fris en fruitig is, is het tijd voor ' spelen en werken. '
Binnen no time is het veel te kleine lokaal veranderd in een ontploft speelparadijs. Kralen, poppen, papier, puzzels en een treinbaan die onder de tafel doorloopt. Nou ja, ze spelen.
" Juf ik wil naar mamaaaaaa."
" Kom maar even lekker bij me zitten lieverd."
Dikke tranen op kleine wangetjes. Aandoenlijk..
De tweede dikke groene snottebel op mijn rok neem ik maar voor lief. 

Yes. We kunnen naar buiten. Het moment waarvan 'De Grote Onwetenden' zeggen: " Die juffen hebben het maar makkelijk, hele dagen buiten in de zon, " is aangebroken.
Even 28 vierjarigen helpen met schoenen aantrekken, " Hoezo ben jij je je schoenen kwijt, waar heb je ze dan uitgedaan?" en de zon in. Spelen!

Ik plof op de rand van de zandbak met een nieuwe kop koffie. Meteen komen er twee meisjes naast me zitten. Ze bekijken mijn gelakte nagels, rok en oorbellen. " Je bent mooi " is hun mening.
Lief. Waarschijnlijk hebben ze de groene snottebellen op mijn rok niet gezien.
Een jongetje valt achterover op de rand van de zandbak. Dat doet pijn, we doen er gauw een koud doekje op. Koude doekjes doen wonderen op deze leeftijd. Terwijl ik hem troost fietst een ander jongetje ons bijna omver. "Aan de kaaaaaaant, ik ben politie!"
" Juhuuuffff, ik ben mijn schoenen kwijt " komt een meisje vertellen. " Ik deed ze uit in de zandbak en daarna gingen we graven. Ze liggen ergens dáár," en ze wijst de zoeklocatie met een enorme armzwaai naar de zandbak aan. Oh daar staat mijn koffie ook nog zie ik. Op de rand van de zandbak. Koud.

Tegen de tijd dat de schoenen terecht zijn is het tijd om naar binnen te gaan. Het plein is nu voor een andere groep. Jammer, want een half uurtje spelen is wel weinig voor deze jonge kleuters. We ruimen op, ik haal de spelende vierjarigen uit alle hoeken en gaten en drijf ze als een volleerd schapendrijver naar binnen, onderweg nog een verdwaalde schoen oppakkend.
Schoenen uit, sloffen weer aan. Zijn ze er allemaal? 

We gaan opnieuw in de kring.
Ik besluit lekker te gaan zingen en ze doen allemaal uit volle borst mee. De wielen van de bus, clowntje heeft een rode neus en Roodkapje.
Een jongetje dat ik nog nauwelijks gehoord heb vandaag roept ineens tussen twee liedjes door: "Juf, kom je ook op mijn vinderkeestje?" Ik voel het kopjes geven weer tegen mijn arm. De snottebel maakt me niet eens meer zoveel uit.

Ik ruik plas. Een natte broek.
Een klein meisje begint te snikken. Ze wil naar mama. Ik neem haar op schoot.
En ik weet meteen wie degene is met de natte broek...

De halve dag is voorbij. Het is bijna 12 uur.
Ik ben moe. Heel moe. Er zit iets hards in mijn haar. Ik stink, mijn arm plakt, maar hé: ze vinden me lief en mooi! 
Ik drink mijn koude koffie. En glimlach. 

De eerste de beste die ooit nog zegt dat kleuterjuffen de hele dag buiten in de zon zitten krijgt een zandtaartje tegen zijn hoofd. En een natte plasbroek erachteraan. 
Als toetje een kopje koude koffie. Met groene snottebellen!!

We doen het met liefde! 

Lees meer »

ADD: Mijn Pippi Langkous kind

" Ik ga morgen meedoen aan het schooldamtoernooi mama, we moeten dan ergens naartoe geloof ik. " Met die mededeling komt Sanna dinsdagmiddag thuis.

Oké... Leuk... Even schakelen. Wist ik niet, had ik even gemist ( dat gebeurt me nog wel eens  ), maar moet lukken!
" Kun jij dan eigenlijk dammen Sanna?" vraag ik. Ik heb het haar nog nooit zien doen.
" Weet ik niet, ik geloof dat we dat op school een paar keer gedaan hebben maar ik weet niet zeker of dat dammen was."
Oei...
Ik betrap mezelf meteen op mijn eigen gedachten:' Oh jee, ze kan niet dammen. Het arme kind staat voor gek morgen. Misschien kan ze beter ...' 
Ho STOP!! Ik roep mijn gedachten een halt toe. Dit is Sanna. Mijn ' Ik heb het nog nooit gedaan dus ik denk dat ik het wel kan kind.' De instelling die haar ondanks haar zogenaamde stempeltjes altijd positief houdt. Dat wil ik zo houden. Dus weg met mijn beperkende gedachten, en mee in de hare.
Zij wil dit, vindt het leuk en dénkt dat ze het kan. Dus doet ze het. Zo werkt dat bij haar.
Ik kan zoveel leren van dit bijzonder kind van ons!
Het blijkt allemaal heel snel geregeld. Vijf kinderen van school doen mee, wij als ouders hebben onderling het vervoer en support verdeeld.
Ik ga de tweede helft van de middag.
Ik ben benieuwd !


Om drie uur loop ik binnen in het snikhete café in Laren.
Ik zie serieuze koppies, vrolijke koppies, nadenkende koppies, verbeten koppies en ergens daartussen het enthousiaste oververhitte hoofd van Sanna, naast het al even blije hoofd van vriendje Joep. ( " Ik heb nog nooit met hem gespeeld, maar ik vind hem zo grappig dus is hij mijn vriendje. " Simpel ! )
" Hee mama, daar ben je!" roept ze, ondertussen een zakje chips leegetend.
" Het is vet leuk! Ik heb alle potjes verloren maar dat geeft niets want Maila is heel goed, dus we verliezen denk ik niet."
Ondanks de vreselijke hitte ( waarom zetten ze niet even een raampje open? )  geniet ik nu al. 


Het toernooi gaat verder.
Sanna zit tegenover een jongetje van een andere school. Hij is heel serieus, Sanna ook. Althans, dat probeert ze.
Maar buiten wordt het donker, er zitten mooie lampjes in een boom en er spelen kinderen verstoppertje. Veel te zien dus!
Het jongetje wint. " Jíj bent goed zeg " hoor ik Sanna zeggen, " ik heb weer verloren. Niet erg!"
Het is afgelopen. Godzijdank!!
Hoe gezellig ook met de andere ouders, ik ben er wel een beetje klaar mee nu.
Het is inmiddels een uur later dan ik had verwacht.
De prijsuitreiking laat niet veel te raden over, maar moet uiteraard wel even afgewacht worden.
De één na laatste plaats hebben ze bemachtigd. " Geen laatste, dat komt door Maila " juicht Sanna. Het vaantje dat ze krijgt uitgereikt laat ze trots zien.
" Mijn prijs voor het meedoen " straalt ze.


Onderweg naar huis kletst ze aan één stuk door. Hoe gezellig het was, hoe grappig het was met Joep en Anne en hoe goed Maila en Gijs het deden. Dat ze chips heeft gehad én limonade.
" Ik ben zo trots op mezelf dat ik mee heb gedaan " zegt ze. " En ik vind het zo fijn dat ik van school mee mocht doen, ook al kan ik helemaal niet zo goed dammen. "
De tranen schieten in mijn ogen. Want hier zegt ze in één zin waar het om gaat. Wat wij voor haar willen. Wensen. Zochten. En gevonden lijken te hebben.
Mijn heerlijke van nature positieve enthousiaste kind dat de ruimte krijgt om mee te doen. Op haar eigen manier. Niet omdat ze zo goed is of omdat ze zichzelf ( zoals op sommige andere scholen ) gekwalificeerd heeft, maar omdat ze het graag wil.
Omdat ze het nog nooit gedaan heeft, maar denkt dat ze het kan.


Ik rijd de verkeerde kant op en we verdwalen hopeloos in het donker.
De, mij zo welbekende, stress slaat toe.
Ik moet ook nog koken. Mijn telefoon is bijna leeg. Als we maar niet zonder benzine komen te staan. Ik herken het hier even totaal niet in het donker. 
" Geeft niets mama, je rijdt áltijd verkeerd maar we komen heus wel thuis. Kijk, volgens mij is dat het huis van Tineke toch?"


De heerlijke positieve instelling van mijn dochter.
Mezelf accepteren zoals ik ben.
Ik moet dat ook toch eens wat vaker proberen.
Ik denk dat ik het wel kan....

Lees meer »

Meidenvenijn

Vandaag sta ik voor groep 7.
Een leuke, maar pittige groep, met een aantal echte 'haantjes.'
Ze maken lol, net iets te grof, kijken of de ander wel lacht en weten niet van ophouden. Na een paar waarschuwingen roep ik de drie grootste herrieschoppers ( geweldig leuke jongens )  even stuk voor stuk bij me. Ik benoem wat ik ze zie doen. Ik leg uit wat het met mij doet, dat ik het vervelend vind dat ik steeds op ze moet wachten en spreek ze aan op hun gevoel van leiderschap. Vraag ze me te helpen deze dag samen rustig en fijn door te komen, ik zeg dat ik weet dat ik op ze kan rekenen. Ik breng ze in positie aan ' mijn kant.' Het werkt geweldig, de rest van de dag voelen ze zich mede-verantwoordelijk voor de rust in de groep.
Jongens, ik begrijp ze.

Maar dan: meisjes!
Ik vind ze geweldig hoor. Gelukkig maar want ik heb er zelf maar liefst vier. Maar meidengedoe en meidenvenijn, ik zal er nooit aan wennen.
Honingzoet gedrag en steken onder water.
Het bepalen van de rangorde: wie is de queenbee en wie delft het onderspit. Wie hoort erbij en wie niet.
Ik heb veel liever een vechtpartij over wél of géén doelpunt waar ik tussen een paar vuisten moet springen, dan een meidenstrijd die ik niet begrijp en zeer waarschijnlijk ook helemaal niet wíl begrijpen:
" Zij zei tegen haar dat ik had gezegd dat ze stom haar had. En nu is ze boos, maar ik heb dat helemaal niet gezegd. Een ander meisje zei dat. Ik heb alleen maar gezegd dat ze een beetje stonk, maar dat hoorde ze toch niet denk ik."
Met zijn allen staan ze dan voor je neus als je net een slok van je koude koffie wil nemen. Of jij dat dan wel even op wil lossen. Het liefst dadelijk na de pauze. Lekker lang er met zijn allen over praten, een kant kiezen, het slachtoffer uitgebreid troosten want het is zooooo oneerlijk allemaal. Alles minstens tien keer herkauwen, want dat gaat dan zo fijn van de rekentijd af.  Zo'n invaljuf trapt daar vast wel in.                                                                                                        

Dit gaat niet op voor twee meisjes in deze groep. Twee leuke stoere tantes. Deze meisjes hebben, volgens de rest van de klas, hun hele leven al een hekel aan elkaar. Dat beamen ze zelf ook volmondig. Niet achter elkaars rug, maar recht in het gezicht.
" Ik haat jou!"
" Ik haat jou nog veel meer."
Hun ogen spuwen vuur.
Dit is niet iets waar ik nu in één dag iets mee kan, dat is duidelijk. Dit zit dieper. Dus ik sta erbij en kijk ernaar. Vol verbazing, dat wel.  Want dit is geen standaard meidenvenijn. Dit is open en bloot, geen raadsels en geheimen.

Ze haten elkaar. Al hun hele leven.
Hoe duidelijk wil je het hebben?
Ik zie het gebeuren. De één loopt bij de ander langs de tafel en gooit het taalschrift op de grond. Niet zogenaamd per ongeluk, maar open en bloot. Duidelijke taal. De andere ' dame ' stuift op en deelt zonder enige vorm van twijfel een enorme dreun uit. Ze gaan letterlijk met elkaar op de vuist.                                         
Wow! Ik moet ertussen om ze te laten stoppen. Dit is me met meisjes nog nooit gebeurd. 
In de klas kijkt niemand ervan op.
" Dit doen ze echt áltijd juf," zegt een jongen tegen me. "Niet alleen bij jou hoor, bij de kleuters deden ze dat al."
Oooooh dat scheelt. Geruststellend. Héél geruststellend.
Bij de kleuters deden ze dit al. Dus. Laat het gaan laat het los.

Het is alweer voorbij. Mijn koffie is nog warm.
Meidenvenijn in een jongensjasje.
Ik geloof dat ik het wel kan waarderen!

 

Lees meer »

Alles wat je aandacht geeft groeit

"Het is een leuk stel, maar zó vreselijk rumoerig," begon de leerkracht die me liet zien wat er die dag moest gebeuren. 
"D. heeft PDDNOS, K. kan niet stil zitten en T.  moet je strak aanpakken hoor! "
Ze ging verder: 
"P. liegt en V. maakt veel ruzie.
Vreselijk lief, zo'n collega die me op de vroege ochtend zo goed mogelijk voor wil bereiden op de groep waar ik die dag inval. Echt. 
Maar eigenlijk ga ik het liefst blanco de groep in. Zonder oordeel, gewoon zien wat ik voor mijn neus krijg. Ik haal de ' stempeltjes' er zelf meestal snel uit en pas mijn aanpak er echt wel op aan.
 
Een drukke klas dus. En dat weten ze zelf dus ook. Daar staan ze om bekend waarschijnlijk: ' die drukke klas.' 
Zouden ze die naam ook steeds meer waar gaan maken? 
Ik besloot de boel eens om te draaien. Gewoon omdat ik het leuk vind om dat soms eens te proberen. 
En omdat dat kán als je blanco in een groep komt. 
 
Het stel kwam binnen. Inderdaad met een hoop gezellige herrie. Ik zei er niets van, stond bij de deur, gaf een hand en wenste ze goeiemorgen.
Ik ging voor de klas staan: "  Wat fijn dat ik bij jullie mag werken vandaag. Ik heb vanmorgen in de teamkamer gehoord wat een fijne rustige klas jullie zijn, dus we kunnen vast lekker veel doen vandaag zodat we straks ook nog even tijd hebben voor wat leuks. "
Er werd gegrinnikt, naar elkaar gekeken. Vragende blikken mijn kant op.
 ' Maakt ze nou een grapje?' 
Ik vertrok geen spier.
" Eh juf, eigenlijk zijn we nogal een herrieklas hoor," zei iemand aarzelend.
" Oh, dat is niet wat ik heb gehoord, " hield ik stellig vol. 
 
Gegrinnik. 
Ik zette een relaxmuziekje op en we begonnen met lezen. 
Diepe rust. Een rust die ik uiteraard een paar keer flink complimenteerde: " Ik zie dat het inderdaad waar is wat ze vanmorgen zeiden,  wat zitten jullie allemaal heerlijk rustig te lezen, fijn zeg." 
 
De rest van de dag heb ik het volgehouden. Alle positieve momenten heb ik geroemd, de mindere benoemd als " Ach wat jammer, waren jullie het heel even vergeten?" 
Een fijne rustige dag met een positief gevoel voor iedereen. 
 
We hebben de dag afgesloten met een spel. Met heel veel herrie, lol en gedoe. De groep deed zijn naam eer aan. 
" Eigenlijk zijn we niet altijd zo rustig hoor juf!"
Joh 😉 
 
Nee ik ben niet heilig. Allesbehalve!! En zeker niet altijd geduldig en positief. 
Ik zie de voordelen in van invaljuf zijn. 
Ik kan een dag het beste van mezelf laten zien.
En kinderen óók. Zonder vooroordeel en stempeltjes. Even los van alles wat je als leerkracht van de groep weet, even los van alles waar je nog iets mee moet. 
Ik zie, ik roem en benoem. 
 
Alles wat je aandacht geeft groeit. 
 
Lees meer »

ADD: de weg naar school

Op de fiets naar school. Merte en Jenneke fietsen voor me uit. Lucia zit achterop. Sanna naast me, haar vaste plek. Gelukkig ziet ze daar nog steeds vooral de grote mate van gezelligheid in en vergelijkt ze zichzelf niet met haar tweelingzus die me eigenlijk onderweg nauwelijks meer nodig heeft.
We zijn de straat nog niet uit : " stoooppppp!! Mijn veter zit vast". ( Hoe kan het ? Vijf minuten geleden waren ze toch écht gestrikt ). Ze stopt midden op de weg waar net de buurvrouw met de auto aan komt rijden. " Even aan de kant gaan staan Sanna." Operatie 'veter van de trapper' achter de rug fietsen we verder.
" Merte, je standaard zit niet goed" , roept en wijst ze, ondertussen een flinke zwaai makend naar de andere kant van de weg, die ik gelukkig kan opvangen ook al heb ik Lucia achterop.
We fietsen verder. Ze houdt zich keurig aan de regeltjes die we hebben afgesproken. Hand uitsteken, stoppen voor de weg, naar links en rechts kijken. Dat weet ze, zo moet het. Ze wil het zó graag goed doen. Let ook goed op of haar zussen het wel goed doen. En of Lucia wel lekker zit achterop. Ze stelt nog even een vraag over de bus die er aan komt rijden en zag nog net even dat eekhoorntje tijdens het oversteken. " Mama, kijk! "
" Ja leuk schat, let je op, er komt een auto aan."
Als we weer fietsen is ze weer met andere dingen bezig. " Wat een mooie bloemetjes hè mama, nu is het écht lente " straalt ze, half met haar fiets in de berm. " Het is ook zó fijn om weer een zomerjas aan te hebben," en ze wappert even met haar armen. Ik vind mezelf flauw, maar vraag toch of ze alsjeblieft haar handen aan haar stuur wil houden en waarschuw haar even voor die auto die ons inhaalt, maar ondertussen word ik zo blij van haar vrolijkheid om die bloemetjes in de berm die inderdaad prachtig zijn.
Mijn opmerking dat we nu aan het fietsen zijn en dat ze moet proberen haar aandacht daarbij te houden verandert niet veel. Ze probeert het écht wel, dat zie ik. Maar al die dingen die er onderweg te zien zijn... Al die vragen die gesteld moeten worden..
Ze scheurt véél te hard het fietsenhok bij school in. Ze rent terug, is nog wat vergeten maar gelukkig heeft ze een moeder die dat inmiddels weet en op haar blijft wachten tot ze alles heeft. Heus niet altijd even geduldig hoor, ik ben ook maar een mens ?
" Waar laat je je fietssleutel? In je jaszak? Doe je jaszak dan ook even dicht!"
De reserve sleutel was ze al na een uur kwijt, verstopt op een veilige plek, maar ze wist niet meer precies waar. Dus ze moet extra zuinig zijn op deze sleutel weet ze.
Ik krijg een dikke kus. Daar is ze nog lang niet te groot voor met haar 8 jaar. Ik ben de liefste moeder van de wereld vindt ze. Het tegendeel heb ik vanmorgen ook al van haar gehoord. Luidkeels, met woorden die hier niet herhaald zullen worden. En dat mag, al mag het natuurlijk niét. Ik weet waar het vandaan komt en dat ik uiteindelijk toch altijd weer de liefste ben.
Ik word blij van haar, ze ziet de kleine dingen en kan volop genieten. En ik maak me zorgen, want ze ziet ook veel dingen niét. Dit dametje van ons moet hard knokken om er te komen. Lang hebben we niet geweten waarom. Nu wel. Ze blijft dezelfde. Met al haar fantastische eigenschappen. Ik ben zó trots op haar!

Lees meer »

Juf Ank

Vandaag val ik in in groep 8. Deze groep heb ik twee weken geleden ook gedraaid, leuk stel! Nou begin ik de laatste tijd sowieso steeds meer de charme van groep 8 te zien.
De gesprekken, de humor, de beginnende puberteit, geweldig!
Ze komen binnendruppelen, ik sta met mijn kopje koffie bij de deur en geef ze afwisselend een hand of een high five.
" Leuk dat je er weer bent juf," zeggen er een aantal. Kijk, dat is natuurlijk altijd fijn om te horen.
Als ze allemaal zitten loop ik naar voren, wacht tot het stil is.
" Hallo allemaal," zeg ik vrolijk.
Ergens in mijn achterhoofd klinkt een soort waarschuwingsbelletje. Een vaag gevoel van herkenning. Ik kan er de vinger niet goed op leggen, heb ik iets verkeerd gezegd? Ik kan zo gauw niet bedenken wat het dan is. Ik zie een paar grinnikende gezichten. Zie je wel...
En ja hoor, daar komt het.
Eensgezind en tweestemmig ( wellicht door de verschillende baardjes in de keel ) klinkt het zangerig:
" Halloooo allemaal, wat fijn dat je er bent."
De luizenmoeder!!
Heerlijk, ik kan hier heel héél hard om lachen!!

We gaan aan het werk. Breuken en procenten. Flinke kost! Na mijn instructie mogen ze in tweetallen aan het werk, een paar kinderen gaan in de gang aan de slag.
Ik ben afwisselend in de gang en in de klas om te helpen waar dat nodig is. En het is nodig! Wanneer ik een tweetal op de gang verder heb geholpen en terug loop naar de klas is het daar rumoerig. Ik zie een jongen rondlopen die van alles aan het doen is behalve werken.
" Ach, dit is jammer zeg," zeg ik.
En meteen hoor ik ze weer. Die alarmbellen. Ik zie juf Ank voor me met haar fanatieke koppie. Terwijl ik zelf de link nog probeer te leggen tussen dit beeld en dat wat ik net heb gezegd, word ik door de klas geholpen:
" Hè, wat is dat nou toch jámmer. "
Oh nee, kan iemand me alsjeblieft even vertellen dat ik niet, en dan ook echt NIET op juf Ank lijk?!

Tijdens het eten en drinken praten we even over juf Ank. Want deze groep kijkt in de klas ' De luizenmoeder ' vertellen ze.
" Alleen afgelopen week mochten we het niet zien van juf, het was niet zo geschikt zei ze."
Een jongen die thuis wél heeft mogen kijken, of dat stiekem heeft gedaan, zegt met rode wangen: " Dat snap ik wel!" Op de vele vragen die zijn klasgenoten vervolgens op hem afvuren geeft hij wijselijk geen antwoord.
Een meisje dat gek is van paarden zegt glunderend: " Juf Ank heeft zo'n strakke nek, je ziet al die spieren heel goed. Een Arabieren nek. Prachtig!"
Mooi compliment voor juf Ank. Denk ik. Hoop ik. En zo kijken we dus blijkbaar allemaal op onze eigen manier en door onze eigen bril naar deze juf.

Ondertussen begin ik me af te vragen als wat voor juf ze mij zien. Ben ik een juf Ank? Ik hoop het eigenlijk niet. Al heeft deze juf ook zeker een paar ijzersterke kanten!
Al snel krijg ik daar, ongevraagd, antwoord op.
" Juf, ik vind jou geen juf Ank. Je bent vrolijk en grappig. "
Poe, gelukkig.
" Je hebt gelukkig ook niet van die strenge ogen en veel leukere kleren."
" Ja, " vult een ander meisje aan," ik zie juf Ank ook nog niet echt met zulke nagels lopen."
Ik bekijk mijn nagels.
" Ja, ze zijn wel erg roze hè," zeg ik.
" Dat zou juf Ank maar raar vinden, denk je niet?"

Ik hoor het waarschuwingssignaal in mijn achterhoofd. Ik zie het vermanende vingertje van juf Ank wijzen. Zonder roze nagellak uiteraard. Ik voel de opmerking dit keer al aankomen voordat hij gelanceerd wordt:

" Nee hoor, dat vindt juf Ank niet raar. Dat vindt juf Ank alleen héél bijzonder.

Lees meer »

Maak jouw eigen website met JouwWeb